2018 Hans Martens – Paradox en ambiguïteit

De recente keramische sculpturen van Maen Florin dragen een paradox in zich. De robuuste monumentaliteit van de uitvergrote hoofden verhouden zich in een sterk spanningsveld tot de fragiliteit van keramiek en de subtiel aangebrachte glazuur. De hoofden zijn geen portretten maar eerder archetypes. Misschien is het beter te spreken over koppen dan over hoofden. In de mooie opstelling in het Park Ter Beuken in Lokeren zien we een witte magere kop met wijduitstaande oren en felrode lippen, een Afrikaans type dat wit geschminkt lijkt en een roodharige theatrale kop met geschminkte oogleden. De ogen zijn gesloten of staren uitzichtloos voor zich uit. De afwezigheid van blik geeft hen een melancholisch karakter.

De koppen worden gepresenteerd op platte ronde betonnen plateaus. Het lijken wel de borden waarop Judith het hoofd van Holofernes, of Salomé het hoofd van Johannes de Doper presenteerde, twee (apocriefe) Bijbelse verhalen die vaak verbeeld werden in de kunst.

Het agressieve gebaar van onthoofding wordt echter getranscendeerd door de picturaliteit van het glazuur dat is aangebracht. De drippings die vanuit het haar over het gelaat vloeien doen echter ook denken aan bloed, zweet of tranen. De sporen van het maakproces vloeien letterlijk over in betekenisgenererende motieven.

Ambiguïteit is vaak een eigenschap van Maen Florins sculpturen. Ook de figuren die wat verweesd tegen boomstammen zijn aangebracht zijn niet enkelvoudig te lezen. In deze figuren combineert Maen Florin expressieve keramische koppen met readymade torso’s van paspoppen. Eén figuur draait zelfs letterlijk zijn rug naar ons toe alsof hij een diepere band heeft met de boom dan met de toeschouwer. Figuur en boom lijken in elkaar op te gaan.

Met haar recentste werken lijkt Maen Florin een volgende generatie toe te voegen aan haar groeiende familie van beelden. Ze maakte eerder grote hoofden (in polyester), maar deze in keramiek voegen een dimensie toe, een soort oerkracht die schatplichtig is aan de materie waaruit de oudste beeldhouwkunst is uit ontstaan: aarde. Anders dan in iets vroegere werken – waar ze graag de keramische koppen combineerde met alledaagse materialen zoals karton, isolatieschuim of plastic krulspelden – laat ze nu op monumentale wijze de kracht van de keramiek en glazuur op zich spreken.

Ondanks het zwijgen van de beelden lijken ze opnieuw met elkaar verbonden in een mystieke conversatie. In het Hof Ter Beuken te Lokeren in de eerste plaats met de natuur.

Hans Martens
September 2018